Ik hoor wat je zegt

Er zijn vele kantoorleuzen, jeukwoorden en verzinsels van jargon waar de haren recht van overeind gaan staan. Het befaamde ‘ik hoor wat je zegt’ is er daar absoluut één van. Gelukkig is er een positieve trend gaande om deze leus naar de prullenbak te verwijzen.

Horen, niet luisteren

Het is vrij simpel om in de kantoortuin iemand aan te horen om vervolgens via vakkundig jargon de persoon te bedanken en niets met zijn of haar punten te doen. Minder bekende voorbeelden om iemand af te wimpelen zijn ‘bedankt voor je feedback’, ‘we kijken wat we ermee kunnen’ of ‘sorry dat jij dat zo ziet’.

De bekendste leus is ‘ik hoor wat je zegt’. Daarmee doel je erop dat je tijd hebt genomen voor deze persoon om het verhaal aan te horen. De persoon in kwestie moet zich vereerd voelen dat je die tijd nam. De persoon in kwestie moet genoegen nemen met het feit dat deze audiëntie als een niet bindend referendum werkt. Hoewel je hebt gehoord wat de ander zei, heb je absoluut niet geluisterd. Het doel was immers om toch geen actie te ondernemen.

Acceptatie in de kantoortuin

Hoewel er binnen de kantoortuin al tijden trends zijn om de gewone loonslaaf te empoweren, blijkt de waarheid weerbarstiger. Er zijn initiatieven zoals agile werken, verantwoordelijkheden laag in de organisatie beleggen en zelfsturende teams. Op papier is het doel om beter te luisteren naar de medewerker en die medewerker zelf meer te laten beslissen.

In realiteit zijn het initiatieven die er vooral voor zorgen dat de gemiddelde medewerker méér moet doen in dezelfde tijd. Dat er lagen middle management ontslagen kunnen worden onder het jargon efficiency. Maar dat er verder vooral niet te veel verandert.

In dit licht is het niet gek dat holle frasen zoals ‘ik hoor wat je zegt’ geaccepteerd gemeengoed zijn geworden. Het past in de trend van doen alsof je iets voor de ander doet, om vervolgens vooral zelf minder (of niets) te hoeven doen.

Weg ermee

Het tij keert echter. Meer en meer mensen die afgewimpeld worden met een ‘ik hoor wat je zegt’ besluiten om zelf actie te ondernemen. Bij de overheid hoorde het hoogste management wat de topambtenaren zeiden, maar diezelfde ambtenaren lieten wat vocaler van zich horen. Bij ING hoorde men wat de samenleving vroeg, maar milieudefensie wil het bedrijf dwingen om te luisteren. En bij verschillende financiële instellingen hoorden ze wel wat hun beleggingsverzekeringen aanrichtten. Inmiddels luisteren ze ook door georganiseerde druk van verschillende belangengroepen.

Denk dus twee keer na voordat je zelf ‘ik hoor wat je zegt’ inzet bij collega’s. Want de term wordt (eindelijk en terecht) aangepakt. Want dat horen, moet vervangen worden door luisteren. En wie niet wil luisteren, moet het dan maar voelen.

Vorige
Vorige

Minimale inzet, maximaal resultaat

Volgende
Volgende

Lang leve het middle management